Analyse door de Poolse filosofe van de ware betekenis van vrijheid en van de noodzaak om die telkens weer opnieuw te veroveren.
Tijdens het schrijven van haar dissertatie over het denken van Max Scheler en van Karol Wojtila (paus Johannes Paulus II) blijkt de vader van de auteur dodelijk ziek; hij sterft. Vader was lui en pas in zijn laatste maand verkoos hij zich aan het leven te verbinden. Dit gegeven breekt in in het schrijfproces van de Poolse filosofe. Nu schrijft ze eerst dit boek, met de persoonlijke ervaring op de voorgrond en een berg filosofie op de achtergrond. Van luiheid en onvermogen tot binden, maakt de auteur de stap naar kiezen en het hebben van de mogelijkheden daartoe. Hier speelt haar ervaring als Poolse vluchteling een bepalende rol. Vandaar komt zij te spreken over negatieve en positieve vrijheid ('vrij zijn van en vrij zijn om te...'). Zij voert een steeds hartstochtelijker en op zeker moment niet meer gefundeerd pleidooi voor de positieve vrijheid, die volgens haar een morele vrijheid is. In het nu liggen mogelijkheden om te vechten, lief te hebben en dus te leven. Voorzien van noten en bibliografie. Een christelijk geïnspireerd betoog tegen het neoliberalisme in, met veel filosofische verwijzingen.
Nederlands | 9789047703549
Titel | De verovering van de vrijheid : van luie mensen, de dingen die voorbijgaan |
Auteur | Alicja Gescinska |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Rotterdam : Lemniscaat, cop. 2011 |
Overige gegevens | 219 p - ill - 22 cm |
Annotatie | Met lit. opg |
ISBN | 9789047703549 |
PPN | 334561418 |
Rubriekscode | 157.3 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Vrijheid; Filosofische aspecten |