Gedichten.
Willem Thies (1973) werd al met zijn debuut 'Toendra' (2006) beloond met de C. Buddingh'-prijs. Ook uit zijn nu derde bundel blijkt dat hij een echte waarnemer is, geen lyricus, maar een zorgvuldige beschrijver van de wereld zoals die zich aan zijn blik voordoet. 'Wij turen schaamteloos in de kijkdozen / vol woningen, etalages vol huiskamers. // Monsteren de binnenkant: een gezin zit samengepakt / voor een flatscreen, koude parodie op een open haard.' Het gedicht moet het dan hebben van de opeenvolging en de suggestieve samenhang tussen wat gezien wordt, de bespiegeling daarover blijft verborgen, als kan iedereen iets bedenken bij: 'een troep ganzen, gehavende vleugels, wroet / in een paar vuilniszakken'. Of dit begin: 'Morgen is het juni. De dag voltrekt zich dom / en onverbiddelijk. Het grommen van de bussen' en dan volgt een inlevende, maar door de bijvoeglijke naamwoorden suggestieve beschrijving van het stadsleven met 'schrille / slijpende klanken'. Vooral naar het stadsleven gaat Thies' belangstelling uit en in een stad is natuurlijk van alles te beleven: 'Voor de snackbar heeft een zilvermeeuw / een plastic frietbak op zijn snavel gespietst.' Een bemoedigende blik kan Thies niet verweten worden, maar zo is het nu eenmaal.
Nederlands | 9789057595165
Titel | Twee vogels één kogel |
Auteur | Willem Thies |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Amsterdam : Podium, cop. 2012 |
Overige gegevens | 53 p - 22 cm |
Annotatie | Deels eerder verschenen in diverse literaire tijdschriften en bloemlezingen, o.a. Het Liegend Konijn en Poëziekrant |
ISBN | 9789057595165 |
PPN | 339011351 |
Rubriekscode | Nederlands 876 |
Taal | Nederlands |