Luuk Gruwez (1953) is een gestadig voortgaande dichter, die in vormelijke poëzie zowel de lichamelijke als de geestelijk-beschouwende kant van het bestaan aan bod laat komen. Bij de 'Venus' van Cranach schreef hij een cyclus waarbij deze dubbele kwaliteit goed tot uitdrukking komt: 'Er heerst soms animositeit tussen mijn beide borsten. / Het gaat erom welke voor wie is, naar wiens lippen reikt. / De ene tepel wil Babette, de andere Alexander. / Ik schonk ze als notoire bi het liefst aan allebei. / Benijdt u, arme mensheid, die kibbelende / tweeling niet. Straks gaat die net als u voorbij, voorbij.' De sierlijkheid en de zinnelijkheid waarmee Gruwez de ondergang beschrijft, onthutst en vertroost tegelijk. Zijn poëzie grossiert in citabele zinsneden: 'Het hoofd is mijn schunnigste lichaamsdeel', 'Er is een kussen nodig dat je kunt vertrouwen', 'Vergeleken met schijn stelt werkelijkheid niets voor'. Het zangerige, liedjesachtige van Gruwez komt mooi naar voren in het titelvers: 'Laat ons naar Wijvenheide gaan. / Hoe jammerlijk dat afstanden bestaan, / maar wie per se naar Wijvenheide wil, / komt ook in Wijvenheide aan.' Deze bundel is Gruwez op zijn best.
Nederlands | 9789029583299
Titel | Wijvenheide : gedichten |
Auteur | Luuk Gruwez |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Utrecht [etc.] : De Arbeiderspers, cop. 2012 |
Overige gegevens | 81 p - ill - 21 cm |
Annotatie | Deels eerder verschenen in onder meer Het Liegend Konijn en in Poëziekrant - Met lit. opg |
ISBN | 9789029583299 |
PPN | 338708197 |
Rubriekscode | Nederlands 875 |
Taal | Nederlands |
PIM Rubriek | Gedichten en Versjes |
PIM Trefwoord | Gruwez |