Deze tweede dichtbundel van Mischa Andriessen (1970) intrigeert evenzeer als zijn met de C. Buddingh'-prijs bekroonde debuut 'Uitzien met D' uit 2008. De meeste van zijn gedichten beschrijven korte geschiedenissen, die overigens bij alle helderheid wat het taalgebruik betreft, vaak vreemd in elkaar steken en een gevoel verwondering of onoverzichtelijkheid oproepen. De personages zijn dolers, de oriëntatie in de wereld is verwarrend, angstig bedreigend: huisverraad. 'We reden de stad in, we waren gewaarschuwd. / Het was in de dagen dat er roep was / het vuil van de straten op te nemen, / te tonen aan wie niet wilde zien. [...] We bleven in de auto, zochten tevergeefs naar leven, / kwamen daar zonder geschiedenis bezoedeld thuis.' Er zijn gedichten die op jeugdherinneringen lijken, andere weer op dromen of op beangstigende oorlogssituaties ('papieren vragen, wegleiden') ('zij heeft ze buiten zien staan / rokend met hun hijgende honden, / hun blik gericht op het einde / van de straat'). De taferelen van Andriessen maken indruk door de eenheid van toon die hij weet te bewaren, de beelden die hij transparant oproept en de geheimzinnigheid die ze toch blijft aankleven.
Nederlands | 9789023475026
Titel | Huisverraad : gedichten |
Auteur | Mischa Andriessen |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Amsterdam : De Bezige Bij, 2012 |
Overige gegevens | 63 p - 20 cm |
ISBN | 9789023475026 |
PPN | 341146862 |
Rubriekscode | Nederlands 875 |
Taal | Nederlands |