Autobiografisch getint relaas van de menselijke verhoudingen op een wetenschappelijk instituut.
De auteur van 'Bij nader inzien' (1963) verraste in 1996, na 33 jaar, met het eerste deel van een zevendelige cyclus die de omvangrijkste roman uit de Nederlandse literatuur zou worden. Het is opnieuw een sterk autobiografisch relaas, ditmaal over de menselijke verhoudingen op en rondom een wetenschappelijk instituut, gewijd aan folkloristisch en dialectisch onderzoek, in de jaren 1957-1987 (gemodelleerd naar het P.J. Meertens-instituut, waar Voskuil lange tijd werkzaam was). Dit eerste deel beslaat de periode 1957-1965, waarin 'Meneer Beerta' als directeur het instituut leidde. Het is compositorisch een stuk strakker dan het debuut, schrijnend precies en vol kostelijke droge humor geschreven. Het is ook een kroniek van die tijd, met opnieuw een hoofdrol voor de stad Amsterdam. Reeds bekende personen als echtgenote Nicolien en Frans Veen (Bert Weijde) keren uitgebreid terug. Bevat een personenregister. Kleine druk.
Nederlands | 9789028209510
Titel | Meneer Beerta |
Auteur | J.J. Voskuil |
Type materiaal | Boek |
Editie | 20e dr; |
Uitgave | Amsterdam : Van Oorschot, 2012 |
Overige gegevens | 773 p - 21 cm |
Annotatie | Met reg - 1e dr.: 1996 |
ISBN | 9789028209510 |
PPN | 145595013 |
Genre | psychologische roman |
Thematrefwoord | Kantoorpersoneel ; Amsterdam; 1956-1965 |
Taal | Nederlands |