Gedichten.
Dit is een deeltje uit de reeks "Eigentijdse poëzie". De dichteres heeft, als beeldend kunstenaar,haar bundel deels zelf verlucht. De werkelijkheid is volgens haar't mooiste wat er is, maar de taal is onmachtig haar te beschrijven. Daarom speelt zij allerlei spelletjes met (verschillende) talen,geeft ze vers-regels ritmisch weer (dezelfde "ritmische typografie" die de dadaïsten destijds al gebruikten),schrijft ze nonsensverzen à la Daan Zonderland en "promoot" ze de pindakaasvloer van Wim T. Schippers uit 1962. Toch kun je er ook anders naar kijken. 't Is niet toevallig dat Edward Hopper, de schilder van isolering en eenzaamheid, favoriet bij haar is. De zieke man, wachtend op zijn dood; de eenzame oude flatbewoonster; zelfs de kraaien, die "kouden" van dagen, zijn indrukwekkender dan surrealistisch gedaas. Kamphuis' gedichten zijn soms 'n beetje "déjà vu" of te opzichtig modern. Maar ze kan ook raak typeren en er valt wel wat te lachen.
Nederlands | 9789078068938
Titel | GVDKU |
Auteur | Freda Kamphuis |
Secundaire auteur | Andrea Voigt |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Antwerpen : Voetnoot, cop. 2012 |
Overige gegevens | 63 p - ill - 20 cm |
ISBN | 9789078068938 |
PPN | 353564664 |
Rubriekscode | Nederlands 876 |
Taal | Nederlands |