In de Kruger Wildtuin ([1958])/ C. Butner, omslag en [zwarte] pl. van Jan Korver ; met een kaartje van Creare

Kees, een Nederlandse jongen, eimigreert met zijn ouders naar Zuid-Afrika. Kees raakt bevriend met Das, een negerjongen uit Suriname. Vanwege het rassenprobleem raken ze door die vriendschap in de problemen, maar deze worden gelukkig opgelost. De vrienden beleven een onvergetelijke week als ze met opzichter Japie op inspectietocht meegaan in de Krugerwildtuin. Het wordt ook een leerzame week, want Japie weet veel te vertellen over de dieren die ze te zien krijgen en over hun gewoonten. De jongens maken ook nog een spannend avontuur mee als ze een bende stropers weten te ontmaskeren, die om de huiden jacht maken op bepaalde dieren.

Aanwezigheid