Gedichten.
Het simpele geluk, het 'hier-zijn om niet' als ideaal is karakteristiek voor de poëzie van Marjoleine de Vos (1957). De natuur -en daarin vooral de vogels, die zich onbekommerd 'behoed' weten- is hierbij een onuitputtelijke bron van inspiratie en observatie. Maar meer dan in haar vorige bundels beseft ze met enige bitterheid dat zijzelf moet terugkeren op haar schreden. Ze probeert nog wel het 'Eeuwige' te vangen met bijbelse en klassieke reminiscenties, maar moet ook dit loslaten: 'er is geen weg naar ergens heen'. Het 'failliet' van haar 'overspannen' verwachtingen wordt mooi verbeeld in de geliefden Dido + Aeneas en Odysseus + Penelope: indirecte lyriek op haar best! Van haar alter ego in eerdere bundels, mevrouw Despina, die kordaat op allerlei doelen afstapt, kun je dat niet zo zeggen. Genieten van het nu, want 'je hoeft niet meer naar Ithaca', dat is 'Uitzicht genoeg'. De elliptische zinnetjes van de dichteres vragen wel om herlezen.
Nederlands | 9789028250079
Titel | Uitzicht genoeg |
Auteur | Marjoleine de Vos |
Type materiaal | Boek |
Editie | 1e dr; |
Uitgave | Amsterdam : Van Oorschot, 2013 |
Overige gegevens | 58 p - 22 cm |
Annotatie | De speciale ed. verschijnt in een opl. van 25 ex. (geb. in Ballonet-linnen) |
ISBN | 9789028250079 |
PPN | 353081000 |
Rubriekscode | Nederlands 875 |
Taal | Nederlands |
PIM Rubriek | Gedichten en Versjes |
PIM Trefwoord | Vos |