Anton Gerits (1930) gaat al ruim vijftig jaar mee in de literatuur als dichter die de nadruk blijft leggen op de traditionele vorm zonder daarbinnen het persoonlijke experiment te schuwen. Hij heeft een lange staat van dienst. In deze nieuwe bundel, een bloemlezing in feite, brengt hij zijn natuurpoëzie samen, dat is althans het overkoepelende motief. Ik noem enkele titels: Kustgebied, Akkerland, Bergbeek, Boswandeling, Snijbloemen, Een duivenpaar, Vlinder, Vos, Merel, Heggenmus, Reiger, Oude boom, Tamme kastanje. Dit is nog maar een fractie aan natuur die Gerits te bieden heeft. Hij put kortom in deze gedichten zijn poëtische uitweidingen uit wat hij in zijn kijk op de realiteit ervaart en zoals iedereen weet kan een gedicht ontstaan uit een natuurervaring, dat is sinds de Romantiek al eeuwen zo. Dat Gerits een doorkneed en transparant natuurdichter is mag blijken uit 'Herfst': 'Nu bomen weer doorzichtig zijn / komt verder liggend land in zicht / kaal land dat in een oker licht / zichzelf tot aan de einder reikt / waarin het zich opnieuw verliest / in bomen die wel open staan / zelfs naar een hemels vergezicht / maar waarin niets meer kenbaar is.' Misschien geen spectaculaire, maar wel uitstekende poëzie.
Nederlands | 9789058508218
Titel | Altijd samen altijd alleen : verzamelde natuurgedichten |
Auteur | Anton Gerits |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | [Nijmegen] : Wolf, 2012 |
Overige gegevens | 132 p - ill - 21 cm |
ISBN | 9789058508218 |
PPN | 345756444 |
Rubriekscode | Nederlands 875 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Natuur; Gedichten |