Als de opa van Jan als koster in de kerk aan het werk is, helpt zijn kleinzoon vaak een handje mee. Soms vertelt zijn opa hem over verhalen van vroeger. Toen Jans opa zelf klein was woonde hij alleen met zijn moeder in hetzelfde dorp als hij nu nog woont. Zijn vader was gestorven en zijn moeder moest alleen de kost verdienen. Ze had een kleine winkel en ook was ze kosteres van de oude kerk. Dichtbij hun huis stond Het Grote Huis waar de baron met zijn dochtertje Allegonde woonde. Omdat Allegonde geen moeder meer had, werd ze opgevoed door een kinderjuf en later door een gouvernante. Van de kinderjuf mocht Allegonda bij opa thuis spelen, maar de gouvernante stond dat niet meer toe. Toen Allegonde voor een tijdje naar het buitenland vertrok, mocht opa op haar kat Charlotte passen. Door zijn schuld ontsnapte de kat uit het huis van zijn moeder. Gelukkig werd Charlotte later in de kerktoren teruggevonden.
Nederlands
Titel | Toen het Grote Huis er nog stond |
Auteur | Greeth Gilhuis-Smitskamp |
Secundaire auteur | Jan Lutz |
Type materiaal | Boek |
Editie | 2e dr; |
Uitgave | Nijkerk : Callenbach, [1957] |
Overige gegevens | 45 p - ill - 23 cm |
Annotatie | 1e dr.: 1950 |
PPN | 096866314 |
Taal | Nederlands |