Als tweeëntwintigjarige Delftse student wordt Edmund Peter 'Mom' Wellenstein in januari 1942 door de Duitse bezetter gearresteerd. Hij wordt samen met anderen verdacht van actieve deelname aan illegale publicaties. Na een verblijf van twee maanden in de gevangenis van Scheveningen wordt hij overgebracht naar Kamp Amersfoort, waar hij vervolgens zes maanden vast zit. Hij ontmoet hier vele mensen, waaronder de nog jonge historicus Max Kohnstamm. Nog gedurende de oorlogsjaren heeft hij zijn ervaringen uit deze periode aan het papier toevertrouwd. Op indringende wijze beschrijft hij het dagelijks leven in het kamp en hoe mensen onder dit soort extreme omstandigheden reageren. Hoe grenzen tussen goed en kwaad vervagen en hoe men vooral bezig is met overleven. Na zijn vrijlating is hij weer actief in het verzet. Achtenzestig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog heeft zijn manuscript nog geen letter aan betekenis ingeboet. Het blijft een waarschuwing voor de huidige generatie tot welke afschuwelijke en onmenselijke situaties intolerantie kan leiden. Wellenstein overleeft de oorlog en is in de jaren vijftig werkzaam als secretaris-generaal Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Met afbeeldingen in zwart-wit, een verklarende woordenlijst en eindnoten.
Nederlands | 9789025370480
Titel | Nummers die een ziel hebben : persoonlijke ervaringen in Kamp Amersfoort, een concentratiekamp in Nederland |
Auteur | E.P. Wellenstein |
Secundaire auteur | Martin van Hoogevest ; Maurits Nibbering ; Edmond Wellenstein ; Karel Kreuning |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Amsterdam : Athenaeum-Polak & Van Gennep, 2013 |
Overige gegevens | 207 p - ill - 22 cm |
Annotatie | Met lit. opg |
ISBN | 9789025370480 |
PPN | 35300491X |
Rubriekscode | 928.8 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Kamp Amersfoort; Verhalen |
PIM Rubriek | Nederland |
PIM Trefwoord | Doorgangskampen |
Als haar vader, samen met het gezin dat bij hen onderdook, tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt opgepakt, wordt een negenjarig meisje ondergebracht in Het Verscholen Dorp bij Nunspeet.
Fragmenten uit het dagboek dat de vader van de schrijver tijdens de Tweede Wereldoorlog bijhield toen hij zat ondergedoken wegens de jodenvervolging, met het zelfonderzoek van de auteur naar aanleiding daarvan.