Gedichten.
Hannah van Wieringen debuteert als dichteres (ze schreef eerder een verhalenbundel) met poëzie die het grote en het kleine met elkaar in verband wil brengen. In haar eigen woorden: 'de hele grote onmogelijkheid van het enorme volle alles' in een vlindernetje, hop, te vangen 'en dan / die opgeschepte onmogelijke veelheid / verbinden aan het verbijsterend kleine niets / laten we zeggen // aan het sneeuwklokje in het aardewerken potje / dat in een vensterbank licht staat te verzamelen / als een pietà'. Dit is authentieke, heldere en betekenisvolle poëzie die zich er niet voor schaamt in het kleine het grote te zien en te voelen, de pietà in het sneeuwklokje, de dood in het leven, of andersom. Het begint al zo vitalistisch en tegelijk sceptisch met 'naamdag': 'waar zijn we zeg / welk oord is dit / kan dit nog weg / wat is dat licht / wie zette dit skelet / wie rechtte deze rug / waar dient deze holte voor / wie strekte deze nek / wie heeft dit bed van vet / om deze botten gelegd / wie duwt ons daar / wie kust ons waar / wie heet ons welkom / in deze dag'. Wie zo een bundel, en een dichterschap, weet te beginnen, verdient ons aller gespitste aandacht. Deze poëzie heeft het over het leven, 'het enorme volle alles'.
Nederlands | 9789076168869 | 42 pagina's
Titel | Hier kijken we naar |
Auteur | Hannah van Wieringen |
Type materiaal | Boek |
Editie | Eerste druk; |
Uitgave | Amsterdam : De Harmonie, januari 2014 |
Overige gegevens | 42 pagina's - 22 cm |
ISBN | 9789076168869 |
PPN | 362786984 |
Rubriekscode | Nederlands 876 |
Taal | Nederlands |