Vrijwel complete bundeling van de gepubliceerde dichtbundels van de Nederlandse dichter (1934, P.C. Hooftprijs 1988).
Vrijwel complete bundeling van de gepubliceerde dichtbundels van de Nederlandse dichter (1934, P.C. Hooftprijs 1988). Binnen dit dichterschap zijn er constanten aan te wijzen, zoals een uiterst precieze waarneming van ons aardse bestaan, gekoppeld aan het steeds maar bevragen van het wonderlijke daarin. Aanvankelijk is daar de veiligheid en de ongeschondenheid van de jeugd, veelvuldig verbeeld in dieren en in de onveranderlijke natuur. Met het ouder worden doemen verlies en ontheemding op, enerzijds beleefd als desillusie en verlatenheid (ook door God), anderzijds als de gang naar een meer autonoom bestaan, waarin men zijn eigen levensplan ontwerpt. De anekdote en de (zelf-)ironie maken plaats voor meer stiltes, voor naakte essentie. Verwijlend bij de natuur en de dood die nader komt, ondervindt de dichter "'t bijna aangename gevoel van overbodig zijn". Dit alles in parlando-achtige, tastende regels. De intieme, mijmerende toon van Koplands gedichten maakt de lezer tot gesprekspartner en zijn "stiltes" bieden troost en ruimte voor eigen interpretaties. Bevat geen inleiding, maar wel enkele annotaties, de drukgeschiedenis van elke bundel en een register op titel en beginregel. Deze derde druk is vermeerderd met de bundel 'Toen ik dit zag' (2008).
Nederlands | 9789028241541
| Titel | Verzamelde gedichten |
| Auteur | Rutger Kopland |
| Type materiaal | Boek |
| Editie | 3e verm. dr; |
| Uitgave | Amsterdam : Van Oorschot, 2010 |
| Overige gegevens | 571 p - 21 cm |
| Annotatie | 1e dr.: 2006 - Met bibliogr., lit. opg., reg |
| ISBN | 9789028241541 |
| PPN | 327122757 |
| Rubriekscode | Nederlands 875 |
| Taal | Nederlands |
| PIM Rubriek |  Gedichten en Versjes |
| PIM Trefwoord | Kopland |
