Dagboek van de van oorsprong Duitse schrijver, dichter en arts (1909-2011) die in 1944 in Delft was ondergedoken vanwege zijn jood-zijn.
De van oorsprong Duitse auteur (1909-2011) die na de Tweede Wereldoorlog de Nederlandse nationaliteit krijgt, beschrijft zijn gedachten, dilemma's, problemen en belevenissen over de periode maart-december 1944. Hij is joods en is ondergedoken in Delft. Hij wordt verscheurd door zijn liefde voor Gertrud - zijn levensgezel waar hij een kind mee heeft - en voor de ondergedoken 22-jarige joodse vrouw Hanna. Hij schrijft 46 sonnetten over Hanna. Zestien ervan staan in dit boek. Het voorwoord is geschreven door zijn tweede vrouw. Zijn eerste roman 'Das Leben geht weiter' verscheen in 1933 in het Duits. (Nederlandse vertaling 'Het leven gaat verder', 2011). Hij was naast schrijver ook dichter, arts en psychiater. De basis van dit dagboek is een (dagboek)schrift op folioformaat van ruim veertig pagina's, dat pas na zijn dood is uitgegeven. De angst over het lot van zijn geliefden, familie, de joden, de vertwijfeling die uit zijn woorden spreken over de keuzes die hij moet maken zodra de oorlog voorbij is... dit alles is zonder opsmuk beschreven. Hij spaart daarbij anderen, maar ook zeker zichzelf niet. Een integer geschreven drama, niet alleen voor geïntereseerden in de Tweede Wereldoorlog.
Nederlands | 9789461643018 | 175 pagina's
Titel | Dagboek 1944 |
Auteur | Hans Keilson |
Secundaire auteur | Hans Driessen ; Marita Keilson-Lauritz |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Amsterdam : Van Gennep, [2014] |
Overige gegevens | 175 pagina's - portret - 21 cm |
Annotatie | Vertaling van: Tagebuch 1944 und 46 Sonette. - Frankfurt am Main : S. Fischer Verlag GmbH, 2014 |
ISBN | 9789461643018 |
PPN | 374537054 |
Rubriekscode | Duits 855.6 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Keilson, Hans; Dagboeken |
PIM Rubriek | Schrijvers en Boeken |
PIM Trefwoord | Keilson |
De complexe vriendschap tussen twee in een volksbuurt opgegroeide vriendinnen, van wie de een zich wel aan haar milieu weet te ontworstelen en de ander niet, spitst zich toe als de een weer in haar oude wijk in de buurt van de ander komt te wonen.
De jonge wetenschapper Christian Stern wordt hij aankomst in Praag in 1599 door keizer Rudolf gezien als de door God gezondene; Christian krijgt de opgedracht om de moordenaar van de geliefde van de keizer op te sporen.