Gedichten.
Nu Anneke Brassinga (1948) onlangs de P.C. Hooftprijs is toegekend voor haar poëzie, zal haar nieuwste bundel 'Het wederkerige' wel extra in de belangstelling staan. Haar werk refereert altijd aan wat zij heeft gelezen, en dat is veel, maar bij alle soms flink aangezette pathetiek (zoals ook uit haar voordracht blijkt) valt ook de geestigheid en humor op, die zij ook in benardheid mee laat spelen. Titels als 'Denkend aan Eliot ga ik in rook op' en 'Denkend aan Mallarmé stik ik' zeggen genoeg. Het zindert in deze gedichten, die zowel zeer zinnelijk alsook bespiegelend zijn en vooral de nadruk leggen op finesses in de formulering en het taalgebruik. Vijf vertalingen van poëzie van Deborah Digges, en van één gedicht van Edna St. Vincent Millay besluiten de bundel. "Tijd brent geen troost - het was een leugen / te beweren dat de tijd mijn wonden helen zou! / Ik mis hem, als het snikken klinkt van regen; / ik smacht naar hem bij 't krimpen van het tij." Zoals bij Vincent Millay ook bij Brassinga smart, verdriet om de liefde en voorbijgaan, de dood.
Nederlands | 9789023487784 | 67 pagina's
Titel | Het wederkerige : gedichten |
Auteur | Anneke Brassinga |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | AmsterdamDe Bezige Bij, 2014 |
Overige gegevens | 67 pagina's - 20 cm |
ISBN | 9789023487784 |
PPN | 377415332 |
Rubriekscode | Nederlands 875 |
Taal | Nederlands |
PIM Rubriek | |
PIM Trefwoord | Brassinga |