Een 13-jarige jongen op het Deense platteland begint een konijnfokkerij, volwassenen zijn hier niet welkom.
In de boeken van Erling Jepsen (19560 duikt steeds weer de persoon Allan op. In 'De kunst om in koor te huilen'* (2008 in Nederland) is hij elf jaar; nu als konijnenfokker is hij dertien. Hij groeit op in het Jutlandse plaatsje Gram. Zus Sanne is uit huis geplaatst. Een studerende broer woont op kamers. Allans vader gaat als melkboer langs de deuren en zijn moeder beheert een melkzaakje, waar ze ook snoep verkoopt. Allan begint een konijnenfokkerij of zoals zijn zus zegt: 'een farm, net als Karen Blixen in Afrika'. Hij heeft twee knechten Frode (12) en Mette (10), die hij betaalt hij met koetjesrepen uit de winkel van zijn moeder. De konijnen vormen voor Allan een miniwereldje waar volwassenen niet welkom zijn. De inwoners van Gram honen Allans vader, er is een kwestie uit het verleden met Sanne die spanningen veroorzaakt. Allan leeft op een driesprong van zwijgen, stoer zijn en warmte zoeken. Als een donkere vrouw in het dorp komt wonen, raakt hij met haar in gesprek. Maar dan gebeurt er een drama. Als volwassene keert Allan nog een keer terug naar Gram en heeft een weerzien met Frode. Zorgvuldig en prachtig relaas over geheimen van het Deense platteland.
Nederlands | 9789059366039 | 301 pagina's
Titel | Uit het dagboek van een konijnenfokker : roman |
Auteur | Erling Jepsen |
Secundaire auteur | Edith Koenders |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Amsterdam : Cossee, [2015] |
Overige gegevens | 301 pagina's - 20 cm |
Annotatie | Vertaling van: Den sønderjyske farm. - København : Gyldendal, 2013 |
ISBN | 9789059366039 |
PPN | 391240684 |
Genre | kinderleven |
Thematrefwoord | Kinderleven |
Taal | Nederlands |