Verhalen en kleine roman, voor het overgrote deel autobiografisch, waarin een armoedige jeugd in Vlissingen wordt opgeroepen en verhalen over mensen die worden getroffen door de grilligheid van het leven.
Tegelijk met het verschijnen van de biografie van Geert van Oorschot (1909-1987) is er deze uitgave van het verzameld proza dat de uitgever onder de naam R.J. Peskens schreef. Al in 1964 was er een deel van de Witte Olifantserie met empathische verhalen (later uitgebreid en herschreven tot 'Mijn moeder was eigenlijk een Italiaanse'). Echt succes was er met 'Twee vorstinnen en een vorst' en 'Mijn tante Coleta'. In de autobiografische verhalen (en kleine roman) wordt een armoedige jeugd in Vlissingen opgeroepen. Er is een onbuigzame, anarchistische moeder en een socialistische, rechtvaardige vader. Een bedeesde zoon wordt ingewijd in het leven. 'Twee vorstinnen' heeft de afdelingen 'In volle bloei' en 'Het verval' (waarin de neergang van de ouders is beschreven). 'Mijn tante Coleta' beschrijft de inwijding in de liefde door een tante. Het is volstrekt helder en prachtig proza dat Peskens schreef: proza zonder opsmuk en direct vertelt (Tsjechov is nooit ver weg), met een ondertoon van mededogen en ingehouden melancholie. Een prachtige uitgave in de voorname traditie van uitgeverhuis Van Oorschot. Kleine druk.
Nederlands | 9789028261174 | 666 pagina's
Titel | Verzameld proza |
Auteur | R.J. Peskens |
Type materiaal | Boek |
Editie | Eerste druk; |
Uitgave | Amsterdam : Uitgeverij Van Oorschot, november 2015 |
Overige gegevens | 666 pagina's - 21 cm |
ISBN | 9789028261174 |
PPN | 396547494 |
Taal | Nederlands |