Gedichten die zich vooral op (gemankeerde) liefde en dood richten en die deels een reflectie zijn op Wigmans stadsdichterschap van Amsterdam.
Vernieuwend is de poëzie van Menno Wigman (1966, Beverwijk) bepaald niet. Hij moet het vooral van de zegging en de beeldspraak hebben en ja, op de kruising daarvan komen zijn onregelmatig strofisch gevormde gedichten het best tot hun recht. Deze bundel, deels een reactie op Wigmans tweejarige stadsdichterschap van Amsterdam, kent een proloog en epiloog, daartussen staan vijfmaal zeven gedichten die uit o.a. disticha, terzetten en sonnetten bestaan. De titel onthult al grotendeels de thematiek. Ondersteunende onderwerpen zijn zelfreflectie en het definitieve einde. De manier waarop Wigman deze materie uitwerkt, is niet alleen eigentijds maar ook origineel. Overal staan kort verwoorde en daarom extra treffende beelden, die per vers dan nog door klankovereenkomst worden verbonden: 'Blijf scherp. Zo kostbaar kan een kut niet zijn.' Vaak haakt, zoals de Romantische reflex nu eenmaal wil, erotiek in dood en falen: 'mooie zieke meisjes / die je schipbreuk lieten lijden in hun dijen'. Inhoudelijk is dit dus geen vrolijke poëzie. Gelukkig staan daar boeiende muzikale effecten tegenover. Een goede bundel, maar niet een waar je niet omheen kunt.
Nederlands | 9789044623635 | 61 pagina's
Titel | Slordig met geluk : gedichten |
Auteur | Menno Wigman |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Amsterdam : Prometheus, 2016 |
Overige gegevens | 61 pagina's - 24 cm |
ISBN | 9789044623635 |
PPN | 391594591 |
Rubriekscode | Nederlands 875 |
Taal | Nederlands |
PIM Rubriek | Gedichten en Versjes |
PIM Trefwoord | Wigman |