Thematisch verbonden verhalen over mensen in een wurgende eenzaamheid, met een belast verleden, die liefde gemist hebben of door ziekte en dood bezocht zijn en die toewerken naar een kantelmoment waarin een impuls gevolgd wordt of een beslissing genomen.
In het derde boek van de Vlaamse succesauteur Griet Op de Beeck (1973) hebben de thematisch verbonden verhalen, die een citaat uit de tekst als titel (of motto) hebben, meestal vier delen. Eén verhaal loopt in omgekeerde volgorde: van vier naar een. In de eerste delen worden mensen in wurgende eenzaamheid getoond, of mensen met een belast verleden, of mensen die de liefde gemist hebben, of door ziekte en dood bezocht zijn. Daar al voel je aan de prettig vileine stijl - scherp, met aandacht voor detail - dat er iets tot een ontknoping moet komen. Zo kan het niet langer. Er is een kantelmoment: personages nemen een (verkeerde) beslissing, volgen een impuls of misrekenen zich. De titel komt voor in het slotverhaal, waarin een vrouw moet reageren op foto's die bij haar door de bus komen. Ook zij redt het niet. Aan het eind komen de verhalen even samen. Deze verhalen over ziekte, ongeluk, eenzaamheid en verderf zijn inhoudelijk treurig, maar stemmen, ook al door de verbluffende stijl en ongewone vertelkracht, paradoxaal genoeg monter. De auteur kreeg voor haar debuutroman 'Vele hemels boven de zevende' De Bronzen Uil Publieksprijs 2013 en was ook succesvol met haar tweede boek 'Kom hier dat ik u kus'.
Nederlands | 9789046312438 | 400 pagina's
Titel | Gij nu |
Auteur | Griet Op de Beeck |
Type materiaal | Grote Letter Boek |
Uitgave | Zoetermeer : Uitgeverij XL, [2016] |
Overige gegevens | 400 pagina's - 23 cm |
Annotatie | Oorspronkelijke uitgave: Amsterdam : Prometheus, (c)2016 - Met grote letters gedrukt |
ISBN | 9789046312438 |
PPN | 401461025 |
Genre | verhalenbundel |
Taal | Nederlands |