Pleidooi door de rooms-katholieke priester en hoogleraar voor het geloof in een persoonlijk god en diens aansturen van het leven van mensen.
Van een boek met deze titel dat al verscheen in 2005 zou je verwachten een weergave van gesprekken te krijgen die een biechtvader voerde met biechtelingen. Dat is niet zo. Wel is het zo dat de auteur, priester en hoogleraar filosofie en sociologie aan de Kareluniversieit in Praag, probeert in het contact dat hij heeft met de mensen in de biechtstoel zijn overtuiging over God en godsdienst over te dragen. Hierbij benadrukt hij het bestaan van een persoonlijke God die mensen aanstuurt. Dat is dan vaak in conflict met andere opvattingen. Zo leert hij dat we met paradoxen moeten leven, dus met geloof, hoop en liefde tegenover het ongeloof en de ontkerkelijking in deze tijd. Die werkelijkheid doet zich ook voor in Tsjechië. Wel moet daarbij worden aangetekend dat de praktijk van biechthoren in dat land groter zal zijn dan in Nederland. De boodschap die de auteur heeft over God en godsdienst, zal ongetwijfeld een groep mensen aanspreken, maar is in het algemeen niet besteed aan een gemiddelde gelovige lezer.
Nederlands | 9789023970668 | 187 pagina's
Titel | De nacht van de biechtvader : Christelijk geloof in een tijd van onzekerheid |
Auteur | Thomáš Halík |
Secundaire auteur | Peter Morée |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Zoetermeer : Uitgeverij Boekencentrum, [2016] |
Overige gegevens | 187 pagina's - 23 cm |
Annotatie | Met literatuuropgave - Vertaling van: Noc zpovednika. Paradoxy malé víry v postoptimistické dobe. - Praha : Lidové noviny, (c)2005 |
ISBN | 9789023970668 |
PPN | 399536051 |
Rubriekscode | 245.7 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Geloofsbeleving; Rooms-Katholieke visie |
PIM Rubriek | Religie |
PIM Trefwoord | Geloofsbeleving |
Pleidooi voor een diepgaand gesprek van 'gelovigen' met humanisten en atheisten over hun gelijk, voor het recht op geloofstwijfel en 'geduld met God'.
Behandeling door de Tsjechische theoloog van de vraag hoe het geloof en de liefde zich tot elkaar verhouden, waarbij hij komt tot een formulering van geloof als een verlangen naar de aanwezigheid van God.