In gesprekken met zijn tot leven gewekte moeder geeft de auteur een schets van het communistische Hongarije van de jaren '50 en een lofzang op het Hongaarse voetbal.
Autobiografische roman uit 2008 van de Hongaarse schrijver (1950-2016). Hij wordt gezien als een belangrijk auteur. In dit werk, geschreven in de ik-vorm, lopen fictie en werkelijkheid in elkaar over en spreekt de auteur met zijn door hem tot leven gewekte moeder. De gesprekken gaan vaak over voetballen, gepaard met autobiografische elementen en flashbacks, waardoor het lastig te bepalen is of het over het leven van de moeder of dat van de auteur gaat. Tijdens de fictieve gesprekken gaat de schrijver terug naar zijn jeugd, het communistische Hongarije van de jaren vijftig. Voetbal was belangrijk in het leven van zijn familie, het was een van de redenen dat het gezin niet werd gedeporteerd. Het werk zit vol metaforen en kunstgrepen die vaak samenhangen met voetbal, zinnen zijn lang, af en toe verwarrend en het is niet altijd duidelijk waar de grens tussen realiteit en fictie ligt. De tekst kan daardoor verschillend worden geïnterpreteerd. Het leest soms meer als een literair experiment met alsmaar wisselend perspectief en anekdotes over en weer dan als een roman. De auteur toont zich een virtuoos taalkunstenaar; ondanks de vele metaforen en kunstgrepen blijft de tekst goed leesbaar in het Nederlands.
Nederlands | 9789029510820 | 245 pagina's
Titel | Geen kunst : roman |
Auteur | Péter Esterházy |
Secundaire auteur | Györgyi Dandoy |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Amsterdam : Uitgeverij De Arbeiderspers, [2017] |
Overige gegevens | 245 pagina's - 22 cm |
Annotatie | Vertaling van: Semmi muvészet. - Boedapest : Magvetö, (c)2008 |
ISBN | 9789029510820 |
PPN | 405340818 |
Genre | psychologische roman |
Thematrefwoord | Hongarije; Jaren vijftig |
Taal | Nederlands |