De jonge welgestelde Felix heeft tbc en als hij hoort dat hij nog een jaar te leven heeft, worden hij en zijn verloofde Marie meegezogen in een draaikolk van emoties.
De jonge, welgestelde Felix vertrouwt de optimistische diagnostiek van bevriende arts Alfred niet en raadpleegt een professor. Die velt het vonnis: hij heeft nog een jaar te leven. Hoewel zijn ziekte niet genoemd wordt, is duidelijk dat het om tbc gaat. Zijn verloofde Marie smeekt, buiten zinnen van verdriet, samen met hem te mogen sterven. En dan volgt Schnitzler heel subtiel de psychologische ontwikkeling bij beide hoofdpersonen tegenover dit wrede lot. Aanvankelijk is Felix gesloten over zijn gevoelens, vervolgens afwisselend klagerig en wreed cynisch en ten slotte onredelijk eisend tegenover Marie, die parallel daaraan van ongelovig, via volledig uit het veld geslagen, overbezorgd en kil-leeg naar vrijwel vijandig evolueert. Zo gaat niet alleen Felix' gezondheid, maar ook de liefdesrelatie naar de knoppen. Het verhaal ontmythologiseert de, in die tijd modieuze, romantische 'Liebestod' (Wagner). Schnitzler (1862-1931), zelf arts, geldt als een van de belangrijkste Oostenrijkse schrijvers. 'Sterven' was zijn briljante debuut, dat nu voor het eerst in het Nederlands verschijnt.
Nederlands | 9789463383226 | 156 pagina's
Titel | Sterven : novelle |
Auteur | Arthur Schnitzler |
Secundaire auteur | Jef Rademakers |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Soesterberg : Uitgeverij Aspekt, [2018] |
Overige gegevens | 156 pagina's - 22 cm |
Annotatie | Met literatuuropgave |
ISBN | 9789463383226 |
PPN | 412842734 |
Genre | psychologische roman |
Taal | Nederlands |