Kritische biografie van Albert Speer (1905-1981), rijksarchitect en minister van Bewapening van nazi-Duitsland en daarnaast persoonlijke vriend van Adolf HItler.
Biografie van Albert Speer (1905-1981), rijksarchitect en minister van Bewapening tijdens het nazibewind. Met zijn charmante verschijning wist hij tijdens de processen in Neurenberg te ontsnappen aan de doodstraf. Met succes schiep hij van zichzelf het beeld van de naïeve intellectueel, de vakminister die niets wist van de excessen van de holocaust. Zijn 'Herinneringen' staan bij veel Duitsers in de kast en bevestigen dit beeld van de 'goede nazi'. De auteur, historicus aan het Institut für Zeitgeschichte in München, maakt een eind aan deze mythe. Speer was overtuigd aanhanger en al vroeg lid van de NSDAP, nam het initiatief om Berlijn 'judenfrei' te maken, rekte de oorlog en liet concentratiekampgevangenen zich dood werken in de wapenindustrie. Bovendien was hij een persoonlijke vriend van Hitler. De auteur werkte tien jaar aan de biografie, raadpleegde nieuwe bronnen en fileerde de geschriften van Speer op onjuistheden. Daarmee toont hij de ware aard van een volbloed nazi en de noodzaak van kritische geschiedschrijving. Met illustraties in kleur en zwart-wit, eindnoten en literatuuropgave.
Nederlands | 9789400405653 | 976 pagina's
| Titel | Albert Speer : een Duitse carrière |
| Auteur | Magnus Brechtken |
| Secundaire auteur | Hans van Riemsdijk |
| Type materiaal | Boek |
| Uitgave | Amsterdam : Thomas Rap, 2018 |
| Overige gegevens | 976 pagina's - illustraties - 24 cm |
| Annotatie | Met literatuuropgave, register - Vertaling van: Albert Speer. - München : Siedler, 2017 |
| ISBN | 9789400405653 |
| PPN | 413338169 |
| Rubriekscode | Duitsland 947.6 |
| Taal | Nederlands |
| Onderwerp algemeen | Speer, Albert |
| PIM Rubriek |  Geschiedenis |
| PIM Trefwoord | Speer |
Steven Lee Myers volgde Vladimir Poetin van begin af aan op de voet als correspondent in Moskou voor The New York Times. In deze schitterende biografie (de eerste complete in de westerse wereld) ontrafelt Myers op heldere en evenwichtige wijze hoe Poetin het grootste land op aarde al vijftien jaar lang in zijn greep weet te houden, door zijn even meedogenloze als briljante manipulatie van de media, door het verdelen van macht, rijkdom en invloed over een kleine groep hondstrouwe jeugdvrienden uit St. Petersburg, door het genadeloos uitschakelen van elke vorm van oppositie, door terug te grijpen op de ideologie van het tsarenrijk en door de Russisch-orthodoxe kerk opnieuw tot steunpilaar van de staat te bombarderen. Poetin is in Rusland, ondanks alle massale protesten, mateloos populair, niet alleen onder bejaarden met nostalgie naar het communisme, maar juist ook onder jongeren. Na het bandeloze wildwestkapitalisme, de welig tierende misdaad en corruptie, de armoedeval en het internationale prestigeverlies die volgden op de ondergang van de Sovjet-Unie, wist Poetin in de ogen van veel Russen eindelijk orde op zaken te stellen. De nieuwe tsaar is een biografische tour de force. Myers ziet Poetin als een onberekenbare dictator met achtervolgingswaan die zich nauwelijks nog openstelt voor objectief advies en steeds meer in een isolement raakt. Dat hij onder andere in Zwitserland een privévermogen van naar schatting veertig miljard dollar heeft ondergebracht is in Rusland even geheim als de rest van zijn privéleven, waarover slechts bij toeval iets doordringt in de openbaarheid. De nieuwe tsaar leest als een spannende roman en is van groot belang voor iedereen die gefascineerd is door het verschijnsel Poetin en tevens voor iedereen die geinteresseerd is in de toekomst van de wereld en de rol die het nieuwe brutale en agressieve Rusland daarin speelt.
