Literatuurwetenschappelijke bijdragen over de wijze waarop (Noord-)Nederlandse schrijvers door de eeuwen heen met het verlies van een kind zijn omgegaan.
Geïnspireerd door internationale ontwikkelingen werd in 2015-2016 aan de Universiteit van Leiden een masterclass georganiseerd over het dode kind in de Nederlandse literatuur. Dit boek is daaruit voortgekomen. Het bevat bijdragen over de Nederlandse kinderdoodliteratuur vanaf de middeleeuwen tot aan nu. Zuid-Nederlandse literatuur is niet meegenomen. Het genre is moeilijk scherp af te bakenen. Vooral het autobiografisch gehalte is moeilijk in te schatten. Uit de bijdragen blijkt dat men zich vroeger relatief gemakkelijker kon neerleggen bij de dood van zijn kind. Momenteel is van zo'n stoïcijnse houding weinig meer te merken. Exemplarisch is de requiemroman 'Tonio' van A.F.Th. van der Heijden. Het is een mooi voorbeeld van de exorbitante mediale zelf-enscenering die auteurs momenteel voor hun rouwverwerking nodig denken te hebben. Ook het wisselende oordeel van de literaire kritiek op de literaire representatie van de kinderdood wordt onderzocht en het lijkt erop dat vrouwelijke auteurs zich minder dan mannelijke collega's kunnen permitteren. Interessant en algemeen toegankelijk. Sluit aan op de grote belangstelling die dit soort literatuur momenteel bij het grote publiek heeft.
Nederlands | 9789087047238 | 269 pagina's
Titel | Van Constantijntje tot Tonio : het dode kind in de Nederlandse literatuur |
Secundaire auteur | Rick Honings ; Olga van Marion ; Tim Vergeer |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Hilversum : Verloren, 2018 |
Overige gegevens | 269 pagina's - illustraties - 24 cm |
Annotatie | Met literatuuropgave, register |
ISBN | 9789087047238 |
PPN | 416927254 |
Rubriekscode | Nederlands 851.7 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Dood; Kinderen; Nederlandse letterkunde; Geschiedenis |
PIM Rubriek | Schrijvers en Boeken |
PIM Trefwoord | Nederlandse letterkunde |