Autobiografie van een Afghaanse vluchtelinge die de burgeroorlog in haar land ontvluchtte en in Nederland belandde.
Een aangrijpende autobiografie van een jonge vrouw die bijna twintig jaar geleden de verschrikkingen in Afghanistan ontvluchtte en hier soulaas hoopte te vinden. Ze verhaalt van haar gelukkige jeugd in een wijk in Kabul, waar Pahstun, Tajik en Hazara vredig naast elkaar wonen ondanks de verschillen. De grote omslag komt in 1992 als de burgeroorlog uitbreekt. De verschrikkingen daar zou geen kind moeten ondergaan. Palwasha en haar familie vluchtten met hulp van haar broer die naar Amerika ontsnapte. Na veel omzwervingen komen Palwasha en haar zus in Nederland aan. De ellende stopt hier niet: ze lijdt aan nachtmerries, kan niet eten en de instanties schrijven steeds zwaardere medicijnen voor. Veel begrip voor haar situatie is er niet. Toch weet ze zich te ontworstelen aan deze neergaande spiraal door het schrijven van dit verhaal. In korte hoofdstukken schetst ze een beeld van het leven voor en tijdens de oorlog, en haar ontberingen in Nederland. Verbazingwekkend helder omdat ze zichzelf heeft leren lezen en schrijven. Een openhartig relaas over trauma en hoe daar mee om te gaan.
Nederlands | 9789090322377 | 208 pagina's
Titel | Demonen overwonnen |
Auteur | Palwasha Banai |
Secundaire auteur | Paul Van Den Bosch |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Eindhoven : [Palwasha Banai], november 2019 |
Overige gegevens | 208 pagina's - kaart - 24 cm |
ISBN | 9789090322377 |
PPN | 424681471 |
Rubriekscode | Afghanistan 945.6 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Vrouwen; Afghanistan; Verhalen ; Afghaanse vluchtelingen; Verhalen |
PIM Rubriek | Mens en Maatschappij |
PIM Trefwoord | Vrouwen |
Herinneringen van de jongste zus van topcrimineel Willem Holleeder aan haar door geweld getekende jeugd, de invloed van haar broer op haar leven en familieleden en haar overwegingen om samen met haar zus tegen hem te getuigen in het zogenoemde Passageproces.
'We hebben geen kaart, geen kompas, geen plattegrond. Ik weet niet waar ik heen ga. Ik weet alleen waarvoor ik op de loop ben: voor de wolven en hun dorst naar bloed. Ik hoor ze huilen achter de bergen. Ze woelen de aarde om op de plek waar twee bliksemschichten elkaar troffen. Diamant zou er liggen. Maar wij hebben alleen weet van gestold bloed in droge aarde.' De jonge Qadir groeit op in een klein dorp in Afghanistan met de droomverhalen van zijn moeder en de wilskracht van een vader die van geen wijken wil weten. Zijn enige bezit: acht knikkers. Alles ademt oorlog. Overal sterven dierbare mensen. Qadir houdt zich overeind door te werken voor de internationale troepen die zijn land komen bevrijden. Tot ook hij, achtervolgd door de taliban, met vrouw en kinderen moet vluchten voor het geweld. Over de bergen en over de zee. Na drie maanden belanden ze in Europa. Maar de Grote Portier laat hen niet binnen. Stuk voor stuk verliest Qadir de rinkelende knikkers van zijn leven. En toch is er hoop. Bron: Flaptekst, uitgeversinformatieVerhaal van een Afghaanse man die met zijn gezin vlucht voor het geweld van de taliban naar Europa, door de bergen, als bootvluchteling en overgeleverd aan mensensmokkelaars.