Alle kinderen willen en kunnen spelen. Dat geldt ook voor kinderen die vaak druk zijn, overactief, getraumatiseerd, hoogbegaafd, oververmoeid, slechthorend, slechtziend, taalzwak, in zich zelf gekeerd, of te rustig zijn. En voor kinderen die zich gauw vervelen, vaak ruzie maken of krijgen. Kinderen laten spelen die een speciale vraag hebben, dat vraagt van ouders of leerkrachten een goed voorbereide omgeving voor dat kind. Aan welke voorwaarden kun je dan denken? De auteur komt met spelsuggesties en speelgoed-tips, maar ook de achtergrond van de vraag wordt beschreven. Daardoor krijg je als lezer inzicht in hoe de spelomgeving "uitnodigend en veilig" kan worden gemaakt. Zo uitnodigend dat kinderen de sterren van de hemel spelen. En dat is wat ze gezond maakt. - Bron: uitgeversinformatieInformatie over het antroposofische mensbeeld van de auteur (1965), over verschillende visies op spelontwikkeling, over waarnemen van spel en over wat volwassenen van kinderspel kunnen leren, met praktische voorbeelden van allerlei soorten kinderen: getraumatiseerd, hoogbegaafd, slechthorend/-ziend, introvert, verveeld of overactief.
Hoe weet je als ouder/leerkracht of een kind goed speelt of niet tot spelen komt? Hoe kun je het begrijpen en begeleiden? Dit boek biedt naast veel informatie ook richtlijnen aan. De uitgave is verdeeld in vier delen. Eerst het kijken van de schrijfster naar het mensbeeld, dan verschillende visies op spelontwikkeling, gevolgd door het waarnemen van spel. Tot slot een kort deel over wat volwassenen van het kinderspel kunnen leren. Het gaat om allerlei kinderen: getraumatiseerd, hoogbegaafd, slechthorend/-ziend, introvert, verveeld of overactief. De theorie wordt aangevuld met enkele praktijkvoorbeelden. De duidelijke tekst is voorzien van een paar zwart-witfoto's. Achterin een literatuurlijst. Een theoretisch en praktisch boek voor ouders, opvoeders, leerkrachten en pedagogisch medewerkers. De auteur (1965) laat zich inspireren door de antroposofie. Ze was werkzaam als leerkracht bij de Vrije School en is nu onderwijsadviseur bij een bureau van vrijeschoolonderwijs. Dit boek is haar zevende bijdrage aan de Opgroeien-serie van uitgeverij Christofoor, die een standaardwerk moet worden voor mensen die werken met kinderen en inmiddels 18 delen omvat..
Nederlands | 9789060388433 | 203 pagina's
Titel | Als spelen niet vanzelf gaat : spel voor kinderen met een vraag |
Auteur | Loïs Eijgenraam |
Secundaire auteur | Femke Boshuisen |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Zeist : Christofoor uitgeverij, [2020] |
Overige gegevens | 203 pagina's - illustraties - 20 cm |
Annotatie | Met literatuuropgave |
ISBN | 9789060388433 |
PPN | 412916622 |
Rubriekscode | 416.4 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Kinderspel; Antroposofische visie ; Coaching; Kinderen; Antroposofische visie |
PIM Rubriek | Opvoeding en Onderwijs |
PIM Trefwoord | Kinderspel |
Na de dood van zijn ouders woont Harry Potter in de bezemkast bij zijn zeer onvriendelijke tante en oom. Op zijn elfde hoort hij dat hij een tovenaar is. Hij gaat naar Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus en hij ontdekt dat hij een gevaarlijke aartsvijand heeft. Vanaf ca. 11 jaar.