Beertje en Oogje zijn beiden gedumpt in het reizende Huis van Vertier, slaan na een noodlottig ongeval op de vlucht en beleven bizarre avonturen voordat ze een veilige plek vinden.
Beertje De Winter (ik-figuur, ± 18 jaar) is door zijn ouders gedumpt in het Huis van Vertier, een reizend circus. Hier ontmoet hij Oogje, een meisje met downsyndroom dat door haar ouders in het circus is gedropt. De roman heeft de vorm van een logboek in tien getitelde delen en 62 hoofdstukken. Tussendoor reflecteert Beertje in dertien met Romeinse cijfers genummerde, passages op de dood en op zijn geschrift. In vijf cursieve gedeeltes doet hij verslag van de macabere pogingen die zijn ouders hebben ondernomen om van hem af te komen. Wanneer Fred Trompet, directeur van het circus, Oogje probeert te misbruiken, grijpt Beertje in. Hij kent zijn eigen krachten niet, met noodlottige gevolgen voor Fred. De roadtrip die volgt, op de Zündapp van Fred, staat bol van seks en geweld. Het tweetal, op zoek naar Oogje's vader en Beertje's moeder, ontmoet onderweg buitenissige figuren met exotische namen en onconventioneel taalgebruik. Peeters' tiende roman doet niet onder voor zijn debuut. Een met vaart geschreven grotesk verhaal in de beste traditie van Herman Brusselmans.
Nederlands | 9789029542128 | 247 pagina's
Titel | Oogje. Het kleine meisje uit de Lange Tafelstraat |
Uniforme titel | Oogje |
Auteur | Marnix Peeters |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Amsterdam : Het Getij, Uitgeverij De Arbeiderspers, [2020] |
Overige gegevens | 247 pagina's - 22 cm |
ISBN | 9789029542128 |
PPN | 426339029 |
Taal | Nederlands |