Korte verhalen over karakterparadoxen van gewone Russen in de jaren 1950-1970, tegen de achtergrond van de (vooral noordelijke) natuur en met aandacht voor het contrast tussen infantiele stedelingen en meer directe plattelanders.
Deze korte verhalen zijn geschreven in de periode dat het socialistische realisme een bindende doctrine voor schrijvers in de Sovjet-Unie was. Die hield in dat de werkelijkheid in de revolutionaire ontwikkeling moest worden gepresenteerd en de hoofdpersoon een voorbeeldfunctie moest spelen. Kazakov (1927-1982) hield zich niet aan die regels. Zijn verhalen laten de menselijke feilbaarheid en de bijbehorende ellende duidelijk zien. Doesja in 'De geur van brood' (1965) heeft haar moeder vijftien jaar niet gezien. Als ze een bericht krijgt over haar dood, gaat ze niet naar de begrafenis. Zij geniet van het leven. Toch worstelt zij met heftige emoties als ze later naar haar geboorteplaats komt. Ook vernietigt zijn fijngevoelige proza de mythe van de Sovjetmaatschappij, die berust op de vreugde van het collectieve leven. In 'In je slaap weende je bitter' (1977), een monoloog gericht aan zijn zoon, reflecteert de ik-verteller op o.a. de zelfmoord van zijn vriend en de arrestatie van zijn vader. De vertaling behoudt de rijke idiomatische taal. Het boek is voorzien van een nawoord van de vertaler.
Nederlands | 9789082995985 | 244 pagina's
Titel | Ik huil en ik jammer |
Auteur | Jurij Kazakov |
Secundaire auteur | Monse Weijers |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Amsterdam : De Wilde Tomaat, [2020] |
Overige gegevens | 244 pagina's - 20 cm |
ISBN | 9789082995985 |
PPN | 427824265 |
Genre | psychologische roman - verhalenbundel |
Thematrefwoord | Sovjet-Unie; 1951-1970 |
Taal | Nederlands |