Bespreking van dichtbundels van 35 bekende en minder bekende moderne Nederlandse en Vlaamse dichters, waarin gezocht wordt naar de thematische grondslag van de bundels.
Poëziekritiek heeft een belangrijke functie. Dit omdat zij inzicht kan geven in diepere betekenislagen. Dit blijkt ook weer uit deze bundel waarin Reijmerink vijfendertig Nederlandse en Vlaamse dichtbundels bespreekt; op één na alle verschenen in 2012-2019. Hiertoe behoren gerenommeerde namen als Willem Jan Otten en H.C. ten Berge, maar ook minder bekende en evenzeer talentvolle dichters als Claude Van de Berge, terwijl daarnaast tevens aandacht wordt geschonken aan een jongere dichteres als Ester Naomi Perquin. De auteur wil in deze besprekingen zoeken 'naar de thematische grondslag van de bundels. Daarmee hangt ten nauwste de levensvisie van de dichters samen. Vanuit die uitgangspunten heb ik voor de lezer een betekenisvolle route door de bundels heen willen uitzetten, als een eerste introductie tot de bundel, en soms tot het gehele werk'. Hierin is de schrijver zeker geslaagd, want steeds weer treft zijn empathie en openheid waarmee hij de dichters tegemoet treedt. Voor een kleine kring een interessante bundel. Met bibliografie, literatuurlijst en namenregister. Een bundel die een goed inzicht geeft in de Nederlandse en Vlaamse poëzie van het tweede decennium van de 21ste eeuw.
Nederlands | 9789056551483 | 218 pagina's
De invloed van de handzame camera op zeven postimpressionistische schilders: Pierre Bonnard, George Hendrik Breitner, Maurice Denis, Henri Evenepoel, Henri Rivière, Félix Vallotton en Edouard Vuillard.