Geschiedenis van het theologische en filosofische denken over economie sedert de oudheid.
De auteur, als filosoof en econoom verbonden aan theologische instituten, laat zien hoe Grieks-Romeinse filosofen en vervolgens christelijke theologen zich vanwege hun ethische insteek niet konden vereenzelvigen met het concept van 'homo economicus', een uit individueel eigenbelang handelend mens. Deugdzaamheid en gemeenschapszin stond men voor. In de vroegmoderne tijd (1500-1650) werd economisch individualisme niet langer als verwerpelijk beschouwd. En in de achttiende eeuw werd eigenbelang gezuiverd van de negatieve connotatie uit het verleden en als menselijke drijfveer erkend. Daarmee was de weg voorbereid voor het ontstaan in de negentiende eeuw van het concept van de mens als individu dat door eigenbelang en streven naar rijkdom wordt geleid. Hoewel de materie niet eenvoudig is, slaagt de auteur er goed in om deze toegankelijk en leesbaar te schetsen. Met notenapparaat, literatuurlijst en register.
Nederlands | 9789024433674 | 240 pagina's
Titel | De homo economicus : een familiegeschiedenis |
Auteur | Joost Hengstmengel |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | [Amsterdam] : Boom, [2020] |
Overige gegevens | 240 pagina's - 23 cm |
Annotatie | Met literatuuropgave, register |
ISBN | 9789024433674 |
PPN | 427844800 |
Rubriekscode | 340.8 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Economische ethiek; Geschiedenis |
PIM Rubriek | Mens en Maatschappij |
PIM Trefwoord | Economie |