Bundel gedichten van een groot aantal Nederlandse dichters waarin de kat centraal staat.
Een dichtbundel bescheiden in omvang maar boordevol poëzie waarbij de kat centraal staat. De poes als huisdier, als mysterieus wezen, als spiegel van de ziel en als warm harig wezentje. Grote namen uit de Nederlandse dichtkunst zijn in deze bundel verenigd. O.a. Hans Andreus, J. Bernlef, C. Buddingh', Remco Campert, Judith Herzberg, Gerrit Komrij, Rutger Kopland, Rudy Kousbroek, Astrid H. Roemer, Annie M.G. Schmidt, Willem Wilmink en nog heel veel anderen. De bundel is een opvolger van de uitgave 'Kattenpoëzie uit de wereldliteratuur' van dezelfde uitgeverij. De opmaak van het boekje is zorgvuldig en met veel tekeningen van zwarte katten in allerlei poses. De kaft heeft een sterke uitstraling door het kattenhoofd in silhouet met opvallende groenglimmende ogen. Met een inhoudsopgave voor in en een verantwoording van de gedichten achter in de bundel.
Nederlands | 9789462971868 | 126 pagina's
Titel | Kattenpoëzie uit de Nederlandse literatuur |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | [Amsterdam] : De Kring, [2020] |
Overige gegevens | 126 pagina's - 18 cm |
ISBN | 9789462971868 |
PPN | 428127193 |
Rubriekscode | Nederlands 871 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Katten; Gedichten |
PIM Rubriek | Gedichten en Versjes |
PIM Trefwoord | Katten |