Geschiedenis van de opkomst van rechts-extremisme in Duitsland na de Eerste Wereldoorlog.
In de eerste jaren na de Eerste Wereldoorlog verkeerde het verslagen Duitsland in een staat van bijna-burgeroorlog. De kater van het verlies speelde ex-officieren parten. Vanuit een militair eergevoel wilden zij zich niet bij de nieuwe situatie neerleggen. Zij zonnen op wraak. Hun doelwit: democratische politici die vorm wilden geven aan de rechtsstaat en streefden naar betere relaties met het buitenland. Op hen, zogeheten 'verraders', werden door rechts-extremisten honderden politieke moorden beraamd en uitgevoerd. In dit boek staat de geheime 'Organisation Consul' centraal, met als beruchtste wapenfeiten de moorden op Mathias Erzberger (1921) en Walther Rathenau (1922). Deze laatste actie vormt de rode draad door alle hoofdstukken en wordt van minuut tot minuut beschreven. Tenslotte is er de jacht op de daders. De auteur, een gelauwerd historicus, beschrijft dit alles zeer plastisch, met oog voor details en persoonlijke trekjes van zijn hoofdrolspelers. Een prima leesbare reconstructie. De verwijzingen naar hedendaags rechts-extremisme doen evenwel geforceerd aan. Met enkele zwart-witfoto's, eindnoten en overzichten van bronnen en literatuur.
Nederlands | 9789048858576 | 299 pagina's
Titel | De wraak van de verliezers : de geboorte van rechts-terrorisme in Duitsland |
Auteur | Florian Huber |
Secundaire auteur | Marianne Palm |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Amsterdam : Hollands Diep, 2021 |
Overige gegevens | 299 pagina's - illustraties - 21 cm |
Annotatie | Met literatuuropgave - Vertaling van: Rache der Verlierer. - München : Piper Verlag, 2020 |
ISBN | 9789048858576 |
PPN | 430552645 |
Rubriekscode | 331.9 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Rechtsextremisme; Duitsland; 1919-1933 |
PIM Rubriek | Mens en Maatschappij |
PIM Trefwoord | Rechtsextremisme |
In 'Hans Wiegel' beschrijft Pieter Sijpersma het roerige leven van een van de meest talentvolle én meest controversiële politici van na de Tweede Wereldoorlog: Hans Wiegel. Er zijn weinig politici die hun stempel zozeer op de vaderlandse politiek hebben gedrukt als hij. Zijn retorisch talent, zijn 'gewonemensentaal', zijn gevatheid, zijn vermogen om gecompliceerde onderwerpen tot hun essentie terug te brengen en zijn humor bezorgde Hans Wiegel al snel een grote aanhang. In 1967 kwam hij als 25-jarige Gooise Amsterdammer de Kamer in, tot dan toe als jongste Kamerlid ooit. Ten tijde van het kabinet-Den Uyl profileerde hij zich als oppositieleider. Zijn finest hour als VVD-politicus beleefde hij in 1977, toen hij vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken werd (1977-1981). Tot veler verbazing verliet hij in 1982 op 41-jarige leeftijd de Haagse politiek en werd commissaris van de Koningin in Friesland. Bron: Flaptekst, uitgeversinformatieLevensbeschrijving van de VVD-politicus (1941).
Geschiedenis van het Koningshuis waarin allerlei mythes over het belang ervan, zoals de verdiensten van de Oranjes voor de Nederlandse samenleving, onderuit worden gehaald.