Analyse van de drijfveren van het streven van de almachtige Chinese leider Xi Jinping naar Chinese wereldsuprematie tegen het midden van de 21ste eeuw.
China is 'hot', het land staat in de belangstelling en niet alleen vanwege corona. Het grootste land ter wereld heeft zich binnen slechts enkele generaties opgewerkt van een ontwikkelingsland naar een staat die het Westen naar de kroon steekt. Onder de almachtige leider Xi Jinping (president, partijleider en opperbevelhebber van de strijdkrachten) is China in een harde competitie verwikkeld met de Verenigde Staten - op economisch en technologisch gebied en wellicht op termijn ook in militair opzicht. Europa is op achterstand gezet. Xi streeft openlijk naar het vestigen van een Chinese wereldsuprematie tegen het midden van de eeuw. In meerdere opzichten vormt de Chinese eenpartijstaat een wezenlijke bedreiging voor de Westerse democratie. In deze prikkelende analyse schetst de sinoloog Schulte Nordholt op ter zake kundige wijze wat China onder leiding van de almachtige leider Xi drijft en hoe Europa (breder: het Westen) zich daartegen teweer kan en moet stellen. In economisch opzicht valt het tij niet meer te keren, maar de ideologische strijd moet voortvarend worden aangegaan.
Nederlands | 9789021425863 | 136 pagina's
Titel | Is China nog te stoppen? : hoe een virus de wereldorde verandert |
Auteur | Henk Schulte Nordholt |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Amsterdam : Em. Querido's Uitgeverij BV, 2021 |
Overige gegevens | 136 pagina's - 20 cm |
Annotatie | Met literatuuropgave |
ISBN | 9789021425863 |
PPN | 430537204 |
Rubriekscode | China 337.6 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | China; Buitenlandse politiek ; Coronavirus |
PIM Rubriek | Landen en Volken |
PIM Trefwoord | China |
In een toekomstige Republiek Nederland, waar de klimaatverandering zich laat gelden, wekt de wijze waarop de populistische regering omgaat met slachtoffers van een orkaan de woede op van een oude man, die een pamflet schrijft als aanklacht.
Adviezen aan politici voor het stimuleren van de werkgelegenheid door een gericht financieel beleid, waarbij het laten oplopen van de staatsschuld geen taboe meer is.