Twee voordrachten door de grondlegger van de antroposofie (1861-1925).
Twee voordrachten waarin Steiner bespreekt wat er gedurende de nacht met de mens gebeurt. Tijdens de slaaptoestand gebeurt in de ontwikkeling van de mens alles wat hogere geestelijke wezens met de mensenziel verrichten, om de mens in zijn totale ontwikkeling op Aarde vooruit te helpen. In eerste instantie dringt zijn wezen de etherwereld binnen waardoor angst kan ontstaan voor het onbekende, daarna staat de ziel in contact met de planetenwereld en met de dierenriembeelden. De maankrachten wijzen hem vervolgens op de betekenis van zijn aardeleven. Zoals de mens met zijn fysieke en etherische lichaam verwant is aan de Aarde, zo is hij met zijn ziel en geest verwant aan de kosmos. In onze slaap kan het ahrimanische wezen doordringen dat dingen presenteert alsof het goede slecht en het slechte goed zou zijn. De mens kan hier overdag het religieuze tegenover stellen. Door weer verbinding met de geestelijke en de sterrenwereld te maken, zullen we in staat zijn onze opgaven in relatie tot de huidige tijd in het aardse leven op te lossen. Enige kennis van de antroposofie is gewenst. Met enkele aantekeningen en eindnoten.
Nederlands | 9789492462718 | 62 pagina's
Titel | Geheimen van de nacht : wat doet de mens tijdens de slaap? |
Auteur | Rudolf Steiner |
Secundaire auteur | Bart Muijres |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Amsterdam : Uitgeverij Pentagon, 2021 |
Overige gegevens | 62 pagina's - 21 cm |
Annotatie | Twee voordrachten gehouden in Londen op 30 augustus en 12 november 1922 |
ISBN | 9789492462718 |
PPN | 433727535 |
Rubriekscode | 157.4 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Slapen; Antroposofische visie |
PIM Rubriek | Geestelijk leven |
PIM Trefwoord | Antroposofie |
Teksten door de grondlegger van de antroposofie (1861-1925) over karma en de periode tussen het sterven en de reincarnatie.