Dichtbundel.
Montere melancholie, zo is de poëzie van Van Hee ('Ook daar valt het licht'*, 2013) eens omschreven. Die weemoed wekt de dichter op door in beweging te komen. Het openingsgedicht 'haven' biedt al uitzicht op wat haar innerlijke reizen teweegbrengen: een kind maakt zich los van een ouder. Het reizen is een leeftocht, de dichter een soms angstige zwerfkei aan een meer, op een bergtop, op een eiland. Ze komt daar per fiets, boot, trein, auto en via haar verbeelding: het uitzicht stond niets in de weg. Van haven naar haven, maar veilig is het niet echt. De actualiteit breekt af en toe ongenadig in, of een donkere herinnering. De dieren in de gedichten horen bij de natuur, de mens niet echt. 'Dit is geen tijd voor de gebiedende wijs', dicht ze. Toch dreigt er gevaar: door de dennen duiken de kampen opeens op, of een kleine dode vluchteling op de rand van zee en strand. Subtiele gedichten tussen wal en schip. Dichten betekent op doorreis zijn op zoek naar een helder uitzicht. Poëzie voor zoekende zielen.
Nederlands | 9789023449843 | 57 pagina's
Titel | Als werden wij ergens ontboden : gedichten |
Auteur | Miriam Van Hee |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Amsterdam : De Bezige Bij, 2017 |
Overige gegevens | 57 pagina's - 20 cm |
ISBN | 9789023449843 |
PPN | 41124860X |
Rubriekscode | Nederlands 875 |
Taal | Nederlands |
PIM Rubriek | Gedichten en Versjes |
PIM Trefwoord | Van Hee |