Persoonlijk verslag van de Oeigoerse auteur over de onderdrukking van het Oeigoerse volk door de republiek China en de gevolgen daarvan voor hemzelf, zijn familie en zijn volk.
Persoonlijk verslag van de Oeigoerse auteur over de geschiedenis van de Chinese overheersing van het Oeigoerse volk, en hetgeen hem en zijn familie is overkomen. Oost-Turkestan, de bakermat van de Oeigoeren, komt in 1949 in handen van China, die deze 'poort naar het Westen' met geweld inlijft. De autonome regio krijgt de naam Xinjiang Uyghur Autonomous Region, en kent vanaf het jaar 2000 een 'heropvoedings'-programma om haar bewoners aan te passen aan de Chinese cultuur - met als gevolg dat er nu meer dan twaalfhonderd van deze kampen zijn, waar een paar miljoen Oeigoeren vastzitten, worden gemarteld en gehersenspoeld en waar vrouwen worden gesteriliseerd. 'De Oeigoerse droom' is in een nuchtere, persoonlijke stijl geschreven en is geschikt voor een breed lezerspubliek met interesse in verhalen over andere culturen. Ahmedjan Kasim (1996) vlucht op zijn vijftiende zijn moeder achterna naar Nederland. Hier vecht hij voor erkenning van de rechten van het Oeigoerse volk en verwerkelijking van de Oeigoerse droom: zelfbeschikkingsrecht voor miljoenen Oeigoeren, en bevrijding van de Chinese onderdrukking.
Nederlands | 9789461562937 | 157 pagina's
| Titel | De Oeigoerse droom : mijn strijd tegen Chinese onderdrukking |
| Auteur | Ahmedjan Kasim |
| Secundaire auteur | Paul Poley |
| Type materiaal | Boek |
| Uitgave | [Amsterdam] : Bertram+ de Leeuw Uitgevers, [2022] |
| Overige gegevens | 157 pagina's - 21 cm |
| ISBN | 9789461562937 |
| PPN | 435395645 |
| Rubriekscode | China 945.7 |
| Taal | Nederlands |
| Onderwerp algemeen | Oeigoerse vluchtelingen; Verhalen |
| PIM Rubriek |  Mens en Maatschappij |
| PIM Trefwoord | Vluchtelingen |
In een toekomstige Republiek Nederland, waar de klimaatverandering zich laat gelden, wekt de wijze waarop de populistische regering omgaat met slachtoffers van een orkaan de woede op van een oude man, die een pamflet schrijft als aanklacht.
