Orkestwerken & Kamermuziek (2008)

"Orthel behoort tot de 'verloren generatie': tot in de jaren '60 veel uitgevoerd, daarna stelselmatig verwaarloosd. De meest recente orkestopname hier is dan ook van 1979: Evocazione, met naïeve, quasi-dramatische drammerigheid die soms ook in zijn symfonieën de kop opsteekt. In de Vierde Symfonie voor piano en orkest, hier met Orthel als solist, horen we meermalen een 'barbaarse' toon die sterk aan de jonge Prokofjev doet denken. De geladen uitvoering o.l.v. Fournet is zeer bewonderenswaardig. Orthels kleinere, meer bescheiden werken zullen de tand des tijds beter doorstaan. Zoals de speelse, briljante Etudes Caprices voor piano, hier gespeeld door Polo de Haas. Aantrekkelijk (met bijna onbeschaamde Debussy-stijlcitaten) klinkt ook Sonatine 5 voor linkerhand, geschreven voor Cor de Groot. Hoewel met teksten van Orthels lievelingsdichter Rilke is 't idioom van zijn liederen vnl. Frans. Hier uitgevoerd door 2 van onze beste na-oorlogse liedvertolkers, Ank Reinders en Ruud van der Meer." (Aad vd Veen, Luister)