4 Alben (1971)

De vier eerste albums van de Duitse bard, uit de periode 1967-1971, in één pakket. Op het debuut "Ich Wollte Wie Orpheus Singen" (1967) klinkt hij nog wat schuchter, doch intiem, want we horen één man met een subtiel betokkelde akoestische gitaar. Muzikaal ligt enige eenvormigheid bij deze opzet op de loer, maar bij het goed volgen van de teksten stoort dat niet. Uit de titel en de hoes van het tweede album "Ankomme Freitag, Den 13." (1968) blijkt dat Mey ook wel degelijk humor heeft. De arrangementen zijn nu kleurrijker, de voordracht ietwat expressiever. Als we een parallel mogen trekken met Boudewijn de Groot, dan horen we op het debuut het equivalent van de Boudewijn van een liedje als "De Noordzee" en op de opvolger meer de Boudewijn van "Het Land Van Maas En Waal". Op dan volgende albums "Aus Meinem Tagebuch" (1970) en "Ich Bin Aus Jenem Holze" (1971) horen we een intussen gelouterde singer/songwriter, die diverse serieuzere en lichtere onderwerpen aansnijdt en per nummer een passend arrangement kiest.