NT2-uitgave met uitleg over het gebruik van verkleinwoorden in het Nederlands, met veel voorbeelden, vanaf niveau B1.
In dit NT2-boekje wordt de toepassing van het verkleinwoord in het Nederlands gedetailleerd uitgelegd. De auteur gaat o.a. in op de basisvorm van een verkleinwoord, maar ook op verkleinwoorden met een andere betekenis dan de basisvorm, of zonder basisvorm. Verder komen de uitgangsvormen van de zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden, van getallen, van werkwoorden en van bijwoorden aan bod. Alle toepassingen zijn voorzien van duidelijke voorbeelden; de tekst wordt verluchtigd met eenvoudige, aansprekende tekeningen. Het verkleinwoord wordt veel gebruikt in het Nederlands; dit deeltje gaat verder en dieper dan een taalmethode in op de basisregels en geeft een overzichtelijk ordening, gericht op spreektaal. Het is voorzien van een uitdrukkingenlijst, register en bibliografie. Een bijzonder handig naslagwerkje. De auteur is een ervaren NT2-docent en publiceerde ook 'Hoe gebruik je getallen in het Nederlands' en 'Hoe gebruik je Er in het Nederlands'*. Geschikt voor cursisten NT1 en NT2 en (vrijwilligers)docenten; vanaf B1-niveau.
Nederlands | 9789082089943 | 71 pagina's
Titel | Hoe gebruik je verkleinwoorden in het Nederlands |
Uniforme titel | Verkleinwoorden in het Nederlands |
Auteur | Lijntje Pronk |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | De Koog : Taalbureau TXT, [2021] |
Overige gegevens | 71 pagina's - illustraties - 23 cm |
Annotatie | Met literatuuropgave, register |
ISBN | 9789082089943 |
PPN | 433224649 |
Rubriekscode | Nederlands 837.1 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Nederlandse taal; Anderstaligen; Grammatica |
PIM Rubriek | Communicatie |
PIM Trefwoord | Nederlandse taal |