Sinds de koddige Olifant uit Saint Saëns’ Carnaval Des Animaux, kampt de contrabas met een imagoprobleem: alsof het instrument alleen maar logge en lompe melodielijnen kan voortbrengen. Dat het ook anders kan bewees contrabassist en tijdgenoot Giovanni Bottesini met zijn solowerken voor contrabas. Sindsdien kent het instrument fervente voorvechters in de personen van onder anderen Gary Karr en Edgar Meyer. Ook de Zuid-Afrikaan Leon Bosch heeft zich opgeworpen als ambassadeur voor de contrabas. Samen met pianiste Sung-Suk Kang vormt hij een duo dat nieuw en onbekend repertoire voor contrabas aanboort. Op dit album vormt Hongarije de rode draad met werk van Zoltán Kodály en Jenö Takács als de belangrijkste programmadragers. In Kodály’s Adagio (oorspronkelijk voor altviool en piano) en de Epigramman voert vooral het lyrische karakter van de contrabas de boventoon. Hierin klinkt de contrabas bijna als een sonore cello, maar dan met donkerder timbre. (...) (JWvR)|
Nederlands | 5015959459729
Titel | The Hungarian Double Bass |
Auteur | Leon Bosch |
Type materiaal | CD |
Uitgave | : Meridian, 2010 |
Overige gegevens | 1 disc |
ISBN | 5015959459729 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Modernisme en Neo-Classicisme; KAMERMUZIEK - strijker(s) + piano |