Autobiografisch relaas van de Joodse auteur (1928), die tijdens de Tweede Wereldoorlog als een van de weinige Keulse Joden het concentratiekamp Auschwitz wist te overleven. Met zwart-witfoto's en -illustraties.
Henry Oster (1928) was enig kind in een Joods gezin dat woonde in Keulen. Na 1933 komt het gezin in de waanzin van het Hitler-regime terecht. Het gezin wordt geleidelijk aan van alle zekerheden beroofd en blootgesteld aan de inmiddels bekende vernederingen. Uiteindelijk wordt het gezin gedeporteerd, eerst naar Lodz in Polen. Ze komen daar terecht in het beruchte Joodse getto. De vader overlijdt en moeder en zoon worden in augustus 1944 op transport gezet naar Auschwitz. Daar worden ze van elkaar gescheiden en Henry zal zijn moeder niet weerzien. Henry verhaalt over de bittere strijd om in Auschwitz te overleven. En, als zestienjarige maakt Henry de meest gruwelijke dingen mee. In Auschwitz verzorgt hij paarden en is hij staljongen. Het is van groot belang fit te blijven en de hand te leggen op voedsel. Hij weet te overleven, gaat in een dodenmars op weg naar Buchenwald bij Weimar. En daar wordt hij uiteindelijk door de Amerikanen bevrijd. En is in staat na de nodige omzwervingen een bestaan in de VS op te bouwen. Indringend en persoonlijk verslag van de gruweldaden van het nationaalsocialisme.
Nederlands | 9789026166723 | 299 pagina's
Titel | De staljongen van Auschwitz |
Auteur | Henry Oster |
Secundaire auteur | Dexter Ford ; Els Franci-Ekeler |
Type materiaal | Boek |
Editie | Eerste druk; |
Uitgave | Baarn : De Fontein, oktober 2023 |
Overige gegevens | 299 pagina's - foto's - 22 cm |
Annotatie | Vertaling van: The stable boy of Auschwitz. - Londen : Thread, (c)2014 |
ISBN | 9789026166723 |
PPN | 439115108 |
Rubriekscode | 928.8 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Jodenvervolging; Wereldoorlog II; Verhalen ; Auschwitz (concentratiekamp); Verhalen ; Jodenvervolging; Wereldoorlog II ; Auschwitz (concentratiekamp) |
PIM Rubriek | Geschiedenis |
PIM Trefwoord | Jodenvervolging |
In het Slowakije van 1929 leggen drie Joodse zusjes een eed af dat ze altijd op elkaar zullen passen. Wanneer ze in 1942 naar Auschwitz-Birkenau worden afgevoerd, blijkt hoe sterk die eed hen aan elkaar bindt.
Als haar vader, samen met het gezin dat bij hen onderdook, tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt opgepakt, wordt een negenjarig meisje ondergebracht in Het Verscholen Dorp bij Nunspeet.