Een jonge Indische vrouw worstelt met haar afkomst. Als weeskind wordt ze naar Nederland gestuurd om een Europese opvoeding te krijgen van haar grootmoeder. Ze komt erachter dat haar moeder nog leeft.
Henriëtte Wilhelmina Beijerinck (1836-1906), is de vergeten auteur van een klein oeuvre. Zij werkte als journaliste, redacteur en gouvernante in Nederland en Nederlands-Indië. In 1894 publiceerde zij 'Het mooiste meisje aan boord: Oorspronkelijke roman uit het Indische leven'. Het boek was onvindbaar, maar werd kort geleden hervonden in Potchefstroom (Zuid-Afrika). De literaire waarde ervan is niet groot, maar naar maatschappelijk gewicht is het opmerkelijk. De hoofdpersonen zijn een concubine (njai) en haar dochter Minie. In Nederlands-Indië waren de njais rechteloos en het onderwerp van raciaal gefundeerde discriminatie. Beijerinck is de eerste die positief over de njai schrijft en haar een gelijkwaardige positie toekent. In deze korte roman speelt zij een doorslaggevende rol - sterk afwijkend van het algemene oordeel. De roman is dus van sociale betekenis. Coen van 't Veer zorgt voor een bekwame inleiding. De tekst is in de eigentijdse, verouderde spelling opgenomen. Hij haalt Beijerinck uit de vergetelheid en laat haar terecht een pioniersrol spelen.
Nederlands | 9789464550733 | 115 pagina's
Titel | Het mooiste meisje aan boord : oorspronkelijke roman uit het Indische leven |
Auteur | Henriette Wilhelmina Beijerinck |
Secundaire auteur | Coen van 't Veer |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Hilversum : Verloren, 2023 |
Overige gegevens | 115 pagina's - illustraties - 23 cm |
Annotatie | Oorspronkelijke uitgave: 1894 |
ISBN | 9789464550733 |
PPN | 439323045 |
Genre | sociale roman |
Thematrefwoord | Vrouwenleven ; Nederlands Oost-Indie ; Kolonialisme |
Taal | Nederlands |