Artikelen over de specifieke kenmerken en onderlinge verhoudingen van openvolgende generaties in Nederland vanaf de Tweede Wereldoorlog.
Als uitgangspunt voor deze artikelen geldt de veronderstelling dat veel problemen en uitdagingen van de tijd waarin we nu leven voortkomen uit de (veranderde) verhoudingen tussen generaties. Generaties zijn gevormd door en zijn een reactie op de tijdgeest. Bij een generatie gaat het om een leeftijdscohort met een eigen ervaringswereld. De vormende fase beslaat de eerste vijftien levensjaren, de volgende vijftien jaar is de formatieve fase waarin de generatie haar eigenheid ontdekt. Zes elkaar in de tijd opvolgende generaties (hun kenmerken, problemen, de specifieke ervaringen die hen hebben gevormd) worden beschreven: de vooroorlogse (1910-1928), de stille generatie (1928-1940), de protestgeneratie, ook babyboomgeneratie genoemd (1940-1955), de generatie x (1955-1970), de pragmatische generatie (1970-1985), de generatie Einstein (1985-2000). Extra aandacht wordt geschonken aan de protestgeneratie, omdat daarbij het verschil met de vroegere voor het eerst nadrukkelijk naar voren kwam, omdat die nu massaal met pensioen gaat en een groot aandeel heeft aan de vergrijzingsproblematiek. Thema's die daarbij aan de orde komen: conflict en solidariteit tussen generaties, wederzijds begrip en sociale cohesie. Het boek heeft een breed publiek als doelgroep ondanks de uiteenlopende stijl.\n6\nL.G. Jansma
Nederlands | 9789088501463
Titel | De generatiecrisis : kenmerken en kansen |
Auteur | Pieter Wouter van Dijk |
Secundaire auteur | Heleen Crul ; Ger Tielen |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | AmsterdamSWP, cop. 2010 |
Overige gegevens | 190 p - ill - 22 cm |
Annotatie | Met lit. opg. |
ISBN | 9789088501463 |
PPN | 324984871 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Generaties ; Nederland |