Kritische reflectie op de huidige betekenis en de draagwijdte van het freudiaanse oedipuscomplex.
Twee psychoanalytici onderzoeken de betekenis en het universele karakter van het oedipuscomplex. Is het geen door de psychoanalyse verabsoluteerd gegeven dat slechts van toepassing is op het westerse kerngezin? Verhaeghe stelt dat de oedipustheorie van Freud en Lacan een bevestiging biedt van de neurotische oplossing zich een machtige vader voor te stellen die het kind bevrijdt uit de band met moeder. Van Haute confronteert Freuds teksten over de vrouwelijke seksualiteit met de 'primaire objectliefde' van Balint en de 'veralgemeende verleiding' van Laplanche. Oedipus- en castratietheorie verschijnen als rationalisaties van een problematiek die voorafgaat aan elk vaderlijk verbod. Op verschillende wijzen tonen beide verhandelingen aan dat de tussenkomst van een derde plaatsvindt op instigatie van het kind zelf. De vraag naar het universele karakter van het oedipuscomplex is hiermee niet beantwoord, maar wel naar een fundamenteler niveau opgetild. Een belangwekkende uitgave en een schoolvoorbeeld van een kritisch blijven her-denken van de psychoanalyse.\nLic Michel Thys
Nederlands | 9085061539
Titel | Voorbij Oedipus? : twee psychoanalytische verhandelingen over het oedipuscomplex |
Auteur | Ph Van Haute |
Secundaire auteur | Paul Verhaeghe |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | AmsterdamBoom, cop. 2006 |
Overige gegevens | 140 p - 20 cm |
Annotatie | Met lit. opg., reg. |
ISBN | 9085061539 |
PPN | 29619655X |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Oedipuscomplex |