Vertaling met inleiding en aantekeningen van een lange brief van de Latijnse kerkvader (354-430) over de zorg voor de overledenen.
Dit door Hans van Reisen fraai vormgegeven boekje, bezorgd door het Augustijns Instituut in Eindhoven, bevat de vertaling van een lange brief van Aurelius Augustinus, de grote kerkvader uit de vierde/vijfde eeuw, met een inleiding en aantekeningen van de vertaler, de classicus Jan den Boeft. De brief behandelt de vraag naar de zorg die wij aan onze doden kunnen, zouden moeten besteden: hoe noodzakelijk, respectievelijk onmisbaar is die zorg? Daarbij komen nog altijd actuele vragen aan de orde: begraven of cremeren; kunnen de doden ons in dromen verschijnen? De inleiding is in feite een goede samenvatting van het geschrift en plaatst het in zijn context. Dit kleinood van Augustinus bewijst weer eens de intellectuele superioriteit, de bijbels-theologische eruditie en de pastorale gevoeligheid van de kerkvader, die daardoor in veel opzichten altijd 'modern' blijft.\nDrs. C.G. Kok
Nederlands | 9055735507
Titel | Wat kunnen wij voor de doden doen? |
Auteur | Aurelius Augustinus |
Secundaire auteur | Jan den Boeft |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | BudelDamon, 2004 |
Overige gegevens | 80 p - 21 cm |
Annotatie | Met lit. opg. - Vert. van: De cura pro mortuis gerenda. |
ISBN | 9055735507 |
PPN | 267354274 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Begrafenisgebruiken |