Derde deel van de autobiografie van de auteur (1905-1994).
In 'De behouden tong' (1977) schreef Elias Canetti (1905-1994) over zijn vroegste jeugd, de jaren 1905-1921, in 'De fakkel in het oor' (1980) over de daaropvolgende tien jaren in Wenen en Berlijn, in dit derde deel van zijn levensgeschiedenis gaat het over een korte maar belangrijke periode: 1931-1937. Wie behalve de voorafgaande twee delen ook het boek met aantekeningen 'Wat de mens betreft' en de essays kent, zal in dit deel veel bekende personen tegenkomen, maar nu bezien vanuit de aankomende schrijver. Vooral bewonderenswaardig zijn de portretten van Hermann Broch, diens tegenstrever Rober Musil, de beeldhouwer Fritz Wotruba, zijn grote vriend, Anna Mahler en de salon van haar moeder, de componist Alban Berg, en de merkwaardige Dr. Sonne. Na een halve eeuw is Canetti nog in staat hun verschijning tot in de kleinste details weer te geven. De eerste jaren van deze periode is Canetti nog een schrijver zonder boek, maar is in manuscript al door meer gelezen. Nieuwsgierig en vol verwachting beweegt hij zich temidden van de Weense intelligentsia..
Nederlands | 9789029546287 | 348 pagina's
Titel | Het ogenspel : mijn levensgeschiedenis 1931-1937 |
Auteur | Elias Canetti |
Secundaire auteur | Theodor Duquesnoy |
Type materiaal | Boek |
Editie | Derde, gewijzigde druk.; |
Uitgave | AmsterdamUitgeverij De Arbeiderspers, juni 2022, ©1986 |
Overige gegevens | 348 pagina's - 20 cm |
Annotatie | Vertaling van: Das Augenspiel : Lebensgeschichte 1931-1937. - Mu?nchen : Hanser, ©1985. - Vervolg op: De behouden tong + en: De fakkel in het oor. - 1e druk: september 1986. - Met register. |
ISBN | 9789029546287 |
PPN | 435377914 |
Taal | Nederlands |
Onderwerp algemeen | Canetti, Elias ; Memoires |