Anton Reicha werd als Antonius Josephus Reicha in Praag in het in het Latijn gestelde doopregister ingeschreven. In Tsjechië wordt hij als Antonín Rejcha aangeduid, maar hij noemde zichzelf Anton Reicha, en na zijn vestiging in Parijs Antoine-Joseph Reicha) (Praag, 26 februari 1770 - Parijs, 28 mei 1836). Reicha was een Boheemse en later Franse componist. Als kind verloor hij zijn vader, en op 11-jarige leeftijd vluchtte hij weg van huis, eerst naar zijn grootvader in Klattau (Klatovy) en vervolgens naar een kinderloze oom Josef Reicha, hofkapelmeester in Wallerstein in Württemberg, die hem toen als kind adopteerde. Hij begon zijn loopbaan als musicus in 1785, toen hij met zijn oom toetrad tot het orkest van de Keulse keurvorst in Bonn. In 1790 werd hij hier als violist genoemd. Hij maakte er kennis met Ludwig van Beethoven, die eveneens lid was van het orkest. (...) (wikipedia.org)
Muziek | 761203902323
Titel | Sämtliche Bläserquintette vol.2 |
Auteur | Anton Reicha |
Type materiaal | CD |
Uitgave | CPO, 1987 |
Overige gegevens | 1 disc |
ISBN | 761203902323 |
Taal | Muziek |
Onderwerp algemeen | Klassiek en Vroeg-Romantiek; KAMERMUZIEK - blazers |