Met deze 'definitieve keuze' uit zijn gedichten (1989-2003) laat René Huigen (1962) onmiskenbaar weten dat hij er als dichter werkelijk toe doet. Verzamelbundels kunnen een soort openbarend effect hebben, waardoor een dichter die met vijf bundels niet alom is opgemerkt, ineens een geheel eigen gezicht, een eigen toon en aanpak blijkt te bezitten. Huigen is een volop denkende, redenerende dichter en het wonderlijke van zijn exercities is gelegen in het beeldende ervan. Het is alsof hij met de taal als tastbaar materiaal omgaat. Soms schurkt hij tegen Hans Faverey aan, soms tegen Lucebert, maar in het algemeen is hij onveranderlijk Huigen, zijn eigen tautologie. Een neiging tot woordspeligheid is hem niet vreemd: "maar omdat werkelijk alles meezit / valt alles gelukkig ook mee / alsmede van je af". Het dichten over denken (en dichten) gaat ten slotte over taal en werkelijkheid. Huigen pendelt voortdurend tussen tegenstellingen heen en weer, benut de paradox, heeft een voorkeur voor ontkenningen en een neiging tot het tegendeel. Gedichten van een heel beweeglijk slag, een soort lyriek van het denken. "Ik heb de poëzie altijd graag / naar een andere wereld / willen helpen".
Nederlands | 9789023426790
Titel | Fysica voor dichters : een definitieve keuze uit de gedichten 1989-2003 |
Auteur | René Huigen |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Amsterdam : De Bezige Bij, 2007 |
Overige gegevens | 213 p - 21 cm |
ISBN | 9789023426790 |
PPN | 305240099 |
Rubriekscode | Nederlands 875 |
Taal | Nederlands |
PIM Rubriek | Gedichten en Versjes |
PIM Trefwoord | Huigen |