Gedichten.
In korte schetsjes presenteert Tjitske Jansen (1971) haar "Koerikoeloem", dat we al enigszins kenden uit haar debuut als dichteres. Behalve met gewone kindertroebelen wordt de lezer ook geconfronteerd met een kind waarmee men zich thuis en op school geen raad weet: het jat en jokt en heeft eigenzinnige ideeën. Het verkeer met liefde-en fantasieloze pleeggezinnen brengt haar ook al geen soelaas. Gelukkig is daar soms de volwassene die het creatieve kind ziet "staan". Daarnaast houdt Jansen haar "zelf" zuiver door te observeren met (zelf)-spot en mededogen. Taaltechnisch gezien geeft zij "een onsje méér" in haar bundel poëziedebuut "Het moest maar eens gaan sneeuwen". De originele beelden en de geserreerde zinsbouw daarin bewerkstelligen dat haar poëzie je meer bijblijft. De eenvoud, herkenbaarheid en humor van deze biografische schetsen zullen niettemin menigeen aanspreken.
Nederlands | 9789057593604
Titel | Koerikoeloem |
Auteur | Tjitske Jansen |
Type materiaal | Boek |
Uitgave | Amsterdam : Podium, cop. 2007 |
Overige gegevens | 54 p - 22 cm |
ISBN | 9789057593604 |
PPN | 30518900X |
Rubriekscode | Nederlands 875 |
Taal | Nederlands |
PIM Rubriek | Gedichten en Versjes |
PIM Trefwoord | Jansen |