Gedichten; met cd.
Huub Oosterhuis (1933) publiceert al meer dan vijftig jaar teksten, liederen en gebeden voor een nieuwe liturgie. Hij schrijft theologische essays en vrije poëzie. Hij spreekt en declameert op veel plaatsen en is voorganger van de Amsterdamse Studentenekklesia. In deze bundel kijkt hij terug op zijn leven. Hij maakt de balans op van alles wat hem gedreven en bezield heeft, ontmoedigd en gekwetst. Hij laat ons delen, zoals in heel zijn werk, in zijn aangevochten, maar niet te doven godsverlangen. Hij schrijft over de betekenis van zingen, van dichten, over zijn moeder en vader, over zijn kinderen en kleinkinderen. Over zijn grote liefde voor het woord en het Woord. Over zijn liefde voor de Bijbel. Over Prins Claus, een zielsverwant en tochtgenoot. Over de dood van zijn vader en zijn broer en de verwerking daarvan. Over wat hem in de wereld en de kerk heeft geraakt en nog raakt. Over zijn vriendschap met veel mensen. Over zijn beleving van het priesterschap. "Laat mij maar zingen, mijn hart op mijn tong". We mogen dankbaar zijn dat hij zijn leven in gedichten met ons wil delen. Schitterende, toegankelijke poëzie, die het pastorale vers ontstijgt, maar wel een pastorale functie kan vervullen. Vijfenvijftig gedichten worden door Oosterhuis zelf voorgelezen op een bijgevoegde cd.
Nederlands | 9789025958589
| Titel | Wie bestaat : nieuwe gedichten |
| Auteur | Huub Oosterhuis |
| Type materiaal | Boek |
| Uitgave | KampenTen Have, cop. 2008 |
| Overige gegevens | 104 p - 22 cm - cd |
| ISBN | 9789025958589 |
| PPN | 307927954 |
| Rubriekscode | Nederlands 875 |
| Taal | Nederlands |
| PIM Rubriek | |
| PIM Trefwoord | Oosterhuis |